Wat mag ik u inschenken, meneer Grootjes? Wit, rood of water?
Water graag.
Mag ik u allereerst complimenteren met uw monumentale boek.
Dank je, Adriaan.
Ik heb uw roman met bewondering gelezen. U hebt me in uw meeslepende boek langs grote hoogten en diepe dalen laten gaan. Als in een huiveringwekkende glijvlucht naar een onontkoombaar einde dat de verbeelding tart. En met ‘tart’ druk ik mij dan nog zeer bescheiden uit.
…
(Meneer Grootjes trekt ietwat wit rond de neus weg. Och, het is Adriaan, denkt-ie er geruststellend achteraan.)
Uw boek slaat niet alleen een brug tussen heden en verleden, maar weet tegelijkertijd de grote thema’s van onze beschaving innemend te verbeelden. Schuld en boete, verraad en liefde laat u lichtvoetig over de pagina’s dansen. En dat terwijl u hier deze joods-christelijke waardenbeleving onomwonden aan de kaak stelt.
…
(Wat moet ik hier nu weer mee, denkt Grootjes. Heb ik dat allemaal bedoeld? Ik kan het niet eens thuis brengen.)
En wat ik ingenieus vindt aan uw roman is dat u het kleine in al zijn schoonheid weet te verheffen tot een literair fundament dat enkel grote schrijvers in huis hebben.
…
Over huis gesproken. Hoe u de vrijwel lege kamer met slechts één kussen verwoord is onovertroffen. De leegte slaat meteen een gat in je hart, je kunt amper nog ademen. De lezer poogt hier te overleven.
…
(Gottegot, jammert Grootjes voor zich uit, niet in staat ook maar één woord te zeggen en Adriaan te stoppen.)
De fijnheid van uw boek, de onversneden dialogen, de soms barbaarse kanten van onze historie gaan bij u samen alsof ze altijd al bij elkaar hebben gehoord. Dat is de ongehoorde klasse van uw roman. U heeft het onverenigbare verenigd. Los zand tot ijzer gesmeed. Rafelige brokstukken naadloos met elkaar verbonden.
…
(Verstijfd zit Grootjes aan tafel. Zoveel onzin heeft hij nog nooit bij elkaar gehoord.
Om uw magistrale roman nog even samen te vatten: …………………………….. brug ……
……………..schuld en boete ……………….. kaak ……………..schoonheid ………..overleven ………..onversneden ……..los zand …………….naadloos …………….
U heeft een prachtige roman geschreven meneer Grootjes. U heeft Nederland een grote dienst bewezen? Wat zeg ik: de wereld. Wilt u misschien zelf ook nog iets zeggen?
Mijn water graag.