Handelen zat er vroeg bij hem in. Al als kind had hij een goede hand van ruilen. Wat ome Nout uiteindelijk in handen kreeg, was in zijn ogen veel beter en prijziger dan wat hij ervoor in de plaats gaf. Van jongs af aan bracht-ie kranten rond, maaide hij het gras bij de buren en deed allerlei klusjes. Tegen een vergoeding uiteraard. Zij spaarpot was meestal goedgevuld. Eenmaal volwassen was-ie vertegenwoordiger, zat in de in- en export, stond op braderieën met producten die net op de markt waren. Later begon hij een winkel. Een supermarkt, een kleine wijksupermarkt. Met zoveel versproducten als mogelijk was. Hij tikte de vreemdste producten op de kop, vaak tegen de datum aan en daarom een stuk goedkoper. Hij wist eigenlijk overal wel aan te komen, hij had overal contacten.