Zijn derde kop koffie

Zoals alle zaterdagen zat hij in zijn vaste zaterdagse café. Als het kon op het terras, anders binnen. Op vaste plekken, dat was zo ontstaan. Aan de koffie, met een krantje. Een vast ritueel dat hij zich voor geen goud liet ontzeggen. Op zaterdag moest je bij hem niet met van alles aan komen. Nee, de zaterdag was van hem.

Hij roerde de koffie die de ober hem net had gebracht. Hij bestelde bijna nooit, ze wisten toch wel wat hij moest hebben. Aan een praatje over het weer of ander onzinnig nieuws dat met zo’n bestelling gepaard ging, had hij eigenlijk een broertje dood, maar hij snapte ook wel dat de ober iets moest zeggen als hij de koffie bracht.

Hij zat daar met gemak anderhalf uur. Onopvallend, rustig zijn krantjes lezend. Meestal twee en hooguit drie koffie. Die derde kop was een frivoliteit die hij zich af en toe toestond. Hij was tevreden.

Uit het niets stopte de vrachtwagen van de brouwerij voor de deur, die op de vaste afleverdag door de week met stukken in de garage stond. Met veel geweld gingen de lege fusten de kroeg uit en de volle er in. Allerlei kratjes en dozen op piepende trolleys verdwenen achter de bar. Terwijl hij zich verbaasde over hoeveel herrie zo’n bevoorrading met zich meebracht, begonnen – wie weet daardoor – de twee baby’s die eerder rustig in hun kinderwagens lagen te slapen, onbedaarlijk te huilen. De moeders probeerden vruchteloos en met nog meer stemgeluid hun kroost te overstemmen. Een opspelend schuldgevoel tegenover de andere gasten was daar waarschijnlijk niet vreemd aan.

Niet alleen hij keek verschrikt op toen een groep kakelende tieners binnenkwam. Hoeveel herrie kon je maken, vond hij zichtbaar niet alleen. De hormonen gierden over de lange tafel waar de jongens en meisjes waren gaan zitten. De jongens schreeuwden het hardst, zoals altijd.

De man een tafeltje verder, belde luidkeels al zijn vrienden dat hij weer terug was van twee geweldige weken in Griekenland. In geuren en kleuren vertelde hij zijn al dan niet gelogen wederwaardigheden. Veel drank en niet minder vrouwen speelden een belangrijke rol in zijn verhalen. De kerkklok deed op afgesproken tijd en uur een geheel eigen duit in het zakje.

Vol verbijstering bekeek hij het pandemonium dat zich in zijn zaterdagse café voltrok. Dit had hij nog nooit meegemaakt. Hoewel hij nog nooit in een achtbaan had gezeten, stelde die volgens hem niets voor bij wat zich hier afspeelde.

En zo plots als de herrie was gekomen, verdween-ie weer. Prachtig in volgorde. De Sint Jan hield als eerste op. De klokken hadden hun werk weer gedaan. De moeders wisten eindelijk hun baby’s stil te krijgen, de wagen van de brouwerij sloot de laadklep en reed weg. De groep tieners hield het voor gezien, halve glazen cola en kwade blikken achterlatend. De beller legde zijn telefoon neer, blijkbaar door zijn vriendenkring heen.

Een weldadige rust keerde terug. Hij bestelde zijn derde kop koffie.